Nertsen worden gehouden in zowel open stallen (sheds) als gesloten stallen en kassen. Daarin staan gekoppelde leefruimtes waarvan de afmetingen voor een deel reeds voldoen aan de eisen gesteld in het in 1995 voorgestelde Plan van Aanpak. Ook de Raad van Europa heeft deze afmetingen in 1999 overgenomen in haar aanbevelingen. In de Wet dieren zijn zij eveneens weer als basis opgenomen. De nestkist moet minimaal 20 x 20 cm zijn en gevuld zijn met stro. De loopren van gaas dient 85 cm lang, 30 cm breed en 45 cm hoog te zijn. Uit onderzoek blijkt dat dit de meest hygiënische (de mest valt door het gaas in de mestgoot of op de mestband) en bovendien een prettige huisvesting voor een nerts is. Aan de Nederlandse verordening is nog toegevoegd dat verticaal maximaal twee compartimenten gekoppeld mogen worden en dat de bovenruimte een minimale afmeting moet hebben van 1700 cm2 en tenminste 40 cm hoog moet zijn.Op welke leefruimte heeft een Nederlandse nerts gedurende verschillende fases recht:
indien in een leefruimte één fokdier met maximaal drie pups worden gehouden, dient tot 1 augustus ten minste een vloeroppervlakte van 2550 cm2 beschikbaar te zijn (één leefruimte dus);
indien in een leefruimte één fokdier met meer dan drie pups worden gehouden dient tot 1 juli één leefruimte beschikbaar te zijn en tot 1 augustus tenminste twee;
wanneer een pelsdierenhouder na de verspeenperiode kiest voor groepshuisvesting dient vanaf 1 augustus een vloeroppervlakte van 2550 cm2 voor twee dieren en 850 cm2 extra voor elke extra nerts beschikbaar te zijn;
In de Wet dieren staat dat nertsen pas na 8 weken verspeend mogen worden tenzij de gezondheidstoestand van de moeder en/of pups eerder spenen vereist. Volwassen nertsen zijn in de winter solitair gehuisvest en gedurende de zomer verblijven de moederdieren samen met hun jongen in één of meerdere kooien (afhankelijk van de hoeveelheid ruimte waar zij recht op hebben).Nertsen groeien op onder natuurlijke omstandigheden in stallen zonder extra warmte en meestal zonder extra licht.
Nertsenhouders besteden veel aandacht aan dierenwelzijn en milieuaspecten. In overleg met de overheid is een aantal welzijnsrichtlijnen opgesteld. Deze betreffen onder meer kooiafmetingen, doorgangen tussen rennen, speenleeftijd, groepshuisvesting en kooiverrijking in de vorm van speeltjes. Alle maatregelen hebben een duidelijk doel: nertsen moeten gezond en zonder stress opgroeien en mogen zich niet vervelen. Voldoende ruimte, de juiste voeding en afleiding zijn daarbij heel belangrijk.